vrijdag 10 februari 2017

Tanden poetsen

Onze tanden poetsen

De kleuters mochten hun tandenborstel, tandpasta en beker meebrengen naar de klas. 






























De tanden van de (hand)poppen poetsen




Gezond/ongezond

 Wat is er gezond voor je tanden en wat niet?
De kinderen moesten het eten en drinken sorteren.
Als je iets ongezonds uit het zakje haalde, verscheen een vlek op je tand.







Tanden poetsen

Met een tandenborstel gingen we aan de slag om alle vlekken van de tanden te poetsen.

















Schilderen met tandpasta

Hoe ruikt tandpasta? 
Welke kleur heeft het? 
Wat moet je doen met een tandenborstel?











Grijp het eten

De krokodillen hebben honger.
Wie kan het meeste eten grijpen?










Anna poetst haar tanden

Aan de hand van het verhaal 'Anna poetst haar tanden' leerden we hoe we onze tanden moeten poetsen. De kinderen kregen de prenten en moesten ze uitknippen en in de juiste volgorde kleven.








daarna knipten we de haren van de tandenborstel.






We mochten ook spelletjes spelen op het digibord.
Zoek de juiste schaduw...
Kleur Anna in...





Verhalen

In boekjes kijken over tanden poetsen.



Krokodil met kiespijn

Elk om de beurt mochten de kleuters eens drukken op een tand van de krokodil. 
Maar pas op! Als je op zijn pijnlijke tand drukt, bijt hij.






Tandarts spelen

Aaahhh... mondje open!
De kinderen maakten tanden van plasticine.
Ze gingen aan de slag met een boor, spiegeltje, pincet,... net zoals de tandarts.











Hiepehappebeest knutselen

Eerst moesten de kinderen een doos schilderen.





Daarna knipten ze tanden.


En toen werkten ze de beesten af samen met juf Emie.


Op bezoek bij de tandarts

Jules geeft al de hele week tandpijn. 
Best dat we bij de tandarts terecht konden. 
Hij werd grondig onderzocht. 


De tandarts nam zelfs een foto van Jules zijn tand.



Mondje open Jules.


We maakten kennis met alle speciale instrumenten van de tandarts. 





Net een stofzuiger...






Daarna mochten de kleuters eens op de stoel gaan liggen. 
Eens tellen: 1,2,3... 10 tanden bovenaan en 10 tanden onderaan.